Abkommen
Kulturabkommen zwischen der Bundesrepublik Deutschland und dem Königreich Belgien
|
Accord
Accord culturel entre la République Fédérale d’Allemagne et le Royaume de Belgique
|
Akkoord
Cultureel Akkoord tussen de Bondsrepubliek Duitsland en het Koninkrijk België
|
Die
Bundesrepublik Deutschland
und
das Königreich Belgien
|
La République
Fédérale d’Allemagne
et
le Royaume de Belgique
|
De
Bondsrepubliek Duitsland
en
het Koninkrijk België
|
| in dem Wunsche, die Kenntnis von Kultur und Geistesleben des Nachbarlandes im eigenen Lande durch Austausch und freundschaftliche Zusammenarbeit zu fördern, und im Bewußtsein, durch ein Abkommen gleichzeitig der gemeinsamen Sache der europäischen Kultur und der europäischen Einigung zu dienen,
|
désireux de promouvoir dans leurs pays respectifs la connaissance de la culture et de la vie intellectuelle de l’autre pays par des échanges et une coopération amicale, et conscients de servir en même temps, par un accord, la cause commune de la culture européenne et de l’unification européenne,
|
wensende in hun respectieve landen, de kennis van de cultuur en het intellectuele leven van het andere land te bevorderen door uitwisselingen en vriendschappelijke samenwerking, en er zich van bewust zijnde, door een akkoord de gemene zaak van de Europese cultuur en de Europese éénmaking te dienen,
|
| haben folgendes vereinbart
|
sont convenus de ce qui suit:
|
zijn overeengekomen over wat volgt:
|
Artikel I
- Die Vertragsparteien erklären, die kulturelle Zusammenarbeit zwischen ihren Ländern schützen und fördern zu wollen. Sie werden sich gemeinsam bemühen, alle Schwierigkeiten zu beseitigen, die sich dieser Zusammenarbeit entgegenstellen könnten.
|
Article I
- Les Parties Contractantes déclarent vouloir aider et promouvoir la coopération culturelle entre leurs deux pays. Elles s’efforceront, de commun accord, d’écarter toutes les difficultés qui pourraient s’opposer à cette coopération.
|
Artikel I
- De Verdragsluitende Partijen verklaren de culturele samenwerking tussen hun twee landen te willen steunen en bevorderen. In gemeen overleg zullen zij zich inspannen om alle moeilijkheden die deze samenwerking zouden kunnen hinderen, uit de weg te ruimen.
|
Artikel II
- Jede Vertragspartei wird bestrebt sein, im Rahmen der Bestimmungen des örtlich geltenden Rechts Einrichtungen der anderen Vertragspartei im eigenen Lande zu fördern. Der Begriff „Einrichtungen“ umfaßt unter anderem Schulen, Bibliotheken, Film- und Musikarchive.
|
Article II
- Chaque Partie Contractante s’emploiera à favoriser, dans le cadre des dispositions de la législation locale en vigueur, les instituts de l’autre Partie Contractante sur son territoire. Le terme „instituts“ comprend notamment écoles, bibliothèques, archives cinématographiques et musicales.
|
Artikel II
- Iedere Verdragsluitende Partij zal zich beijveren om, in het kader van de plaatselijke geldende wetsbepalingen, de instituten van de andere Verdragsluitende Partij, op haar grondgebied te bevoordelen. De term „instituten“ behelst inzonderheid scholen, bibliotheken, kinematografische en muziekarchieven.
|
Artikel III
- Die Vertragsparteien werden bemüht sein, den Austausch von Hochschullehrern, Forschern und Studenten, von Lehrern und Schülern, Künstlern und auf kulturellem Gebiet freiberuflich Tätigen sowie der berufstätigen Jugend zu ihrer Weiterbildung zu fördern. [72]
|
Article III
- Les Parties Contractantes s’efforceront de promouvoir l’échange de professeurs d’université, de chercheurs, d’étudiants, d’enseignants et d’écoliers, d’artistes et de personnes exerçant une activité indépendante dans des domaines culturels, ainsi que de jeunes travailleurs désireux de poursuivre leur formation.
|
Artikel III
- De Verdragsluitende Partijen zullen zich inspannen om de uitwisseling te bevorderen van universiteitsprofessoren, navorsers, studenten, onderwijzend personeel en scholieren, kunstenaars en personen die een onafhankelijke activiteit uitoefenen op cultureel gebied, evenals van jonge arbeiders die hun vorming wensen te voltooien.
|
Artikel IV
- Jede der beiden Vertragsparteien wird Staatsangehörigen der anderen Vertragspartei Stipendien gewähren, die es diesen ermöglichen sollen, im anderen Lande Studien oder Forschungen zu beginnen oder fortzusetzen oder ihre wissenschaftliche, kulturelle, künstlerische oder technische Ausbildung zu vervollkommnen.
|
Article IV
- Chacune des Parties Contractantes accordera à des ressortissants de l’autre Partie, des bourses destinées à leur permettre d’entreprendre ou de poursuivre dans l’autre pays, des études ou des recherches ou encore de parfaire leur formation scientifique, culturelle, artistique ou technique.
|
Artikel IV
- Ieder der Verdragsluitende Partijen zal aan onderhorigen van de andere Partij beurzen verlenen, bestemd om hun toe te laten studies of navorsingen in het andere land te ondernemen of voort te zetten of ook om hun wetenschappelijke, culturele, artistieke of technische vorming te volmaken.
|
- Unter deutschen Staatsangehörigen sind Deutsche im Sinne des Artikels 116 Absatz 1 des Grundgesetzes der Bundesrepublik Deutschland zu verstehen.
|
- Par ressortissants allemands, il faut comprendre les Allemands dans le sens de l’article 116, paragraphe 1, de la Constitution de la République Fédérale d’Allemagne.
|
- Door Duitse onderhorigen wordt verstaan, de Duitsers in de zin van artikel 116, paragraaf 1, van de Grondwet der Bondsrepubliek Duitsland.
|
Artikel V
- Die Vertragsparteien werden bemüht sein, die Zusammenarbeit zwischen ihren gelehrten oder Kunst-Gesellschaften sowie ihren Bildungs- und Berufsorganisationen zu unterstützen.
|
Article V
- Les Parties Contractantes s’efforceront d’encourager la collaboration entre leurs sociétés savantes ou artistiques, leurs organisations professionnelles et d’éducation.
|
Artikel V
- De Verdragsluitende Partijen zullen zich inspannen om de samenwerking aan te moedigen tussen hun wetenschappelijke of artistieke verenigingen, hun beroeps- en opvoedingsorganisaties.
|
Artikel VI
- Die Vertragsparteien werden bestrebt sein, die Zusammenarbeit zwischen den regionalen und kommunalen Behörden sowie den anerkannten Jugendorganisationen und Volksbildungseinrichtungen zu fördern.
|
Article VI
- Les Parties Contractantes s’emploieront à promouvoir la collaboration entre leurs pouvoirs publics, régionaux et locaux, ainsi qu’entre les organisations de jeunesse et les œuvres d’éducation populaire reconnues.
|
Artikel VI
- De Verdragsluitende Partijen zullen zich beijveren om de samenwerking tussen hun regionale en lokale openbare machten, evenals deze tussen de erkende jeugdorganisaties en werken voor volksopleiding te bevorderen.
|
Artikel VII
- Die Vertragsparteien werden prüfen, inwieweit die Einrichtungen von Kursen und Praktikantenstellen für Lehr- und Erziehungspersonal, Studenten, Schüler und die berufstätige Jugend der anderen Vertragspartei gefördert werden kann.
|
Article VII
- Les Parties Contractantes examineront dans quelle mesure l’organisation de cours et de stages pour membres du personnel enseignant et éducateurs, étudiants, écoliers et jeunes travailleurs de l’autre Partie peut être favorisée.
|
Artikel VII
- De Verdragsluitende Partijen zullen onderzoeken in welke mate de organisatie van cursussen en stages voor leden van het onderwijzend personeel en opvoeders, studenten, scholieren en jonge arbeiders, van de andere Partij kan worden bevorderd.
|
Artikel VIII
- Die Vertragsparteien werden darauf hinwirken, daß akademische Grade, Schul- und Studienzeugnisse der beiden Länder für akademische und – in geeigneten Fällen – für berufliche Zwecke gleichwertig anerkannt werden.
|
Article VIII
- Les Parties Contractantes envisageront la possibilité de réaliser l’équivalence des grades académiques, des diplômes d’écoles et d’études des deux pays à des fins académiques et, le cas échéant, à des fins professionnelles.
|
Artikel VIII
- De Verdragsluitende Partijen zullen de mogelijkheid overwegen om voor academische doeleinden en in voorkomend geval voor beroepsdoeleinden, de gelijkwaardigkeid van de academische graden, de schooldiploma’s en studiegetuigschriften van beide landen te verwezenlijken.
|
Artikel IX
- Die Vertragsparteien werden bemüht sein, ihren Staatsangehörigen die Kenntnis der Kultur des anderen Landes zu vermitteln, insbesondere durch Veranstaltungen und Austausch auf folgenden Gebieten:
|
Article IX
- Les Parties Contractantes s’attacheront à assurer à leurs ressortissants la connaissance de la culture de l’autre pays, plus particulièrement au moyen de manifestations et d’échanges dans les domaines ci-après:
|
Artikel IX
- De Verdragsluitende Partijen zullen er zich op toeleggen, om hun onderhorigen de cultuur van het andere land te leren kennen, en dit voornamelijk door middel van manifestaties en uitwisselingen op de hiernavermelde gebieden:
|
- 1. Kunstausstellungen und Ausstellungen anderer Art;
|
- 1. expositions d’art et autres;
|
- 1. kunst- en andere tentoonstellingen;
|
- 2. Konzerte und Vorträge;
|
- 2. concerts et conférences;
|
- 2. concerten en voordrachten;
|
- 3. Theateraufführungen;
|
- 3. représentations théâtrales;
|
- 3. toneelopvoeringen;
|
- 4. Filme;
|
- 4. films;
|
- 4. films;
|
- 5. Rundfunk- und Fernsehsendungen. [73]
|
- 5. émissions de radiophonie et de télévision.
|
- 5. radio- en televisieuitzendingen.
|
Artikel X
- Die Vertragsparteien werden den Versand, den Umlauf und die Verbreitung von Büchern, Zeitschriften, literarischen, wissenschaftlichen und technischen Veröffentlichungen begünstigen. Sie werden im Rahmen der jeweils geltenden Bestimmungen den biographischen Austausch sowie den Austausch von Kopien, von Urkunden und musikalischen Partituren zwischen ihren Bibliotheken auf amtlichem Wege fördern. Auch werden die Vertragsparteien bestrebt sein, die Übersetzungen solcher Bücher zu fördern, die für eine gründliche Kenntnis des Geisteslebens des anderen Landes von Wert sind.
|
Article X
- Les Parties Contractantes favoriseront l’envoi, la circulation et la diffusion de livres, périodiques, publications littéraires, scientifiques et techniques. Elles faciliteront dans le cadre des dispositions en vigueur, l’échange, par voie officielle, de renseignements bibliographiques, ainsi que de copies, de documents et de partitions musicales entre leurs bibliothèques. Les Parties Contractantes s’emploieront aussi à promouvoir la traduction des livres qui ont une valeur pour la connaissance approfondie de la vie culturelle de l’autre pays.
|
Artikel X
- De Verdragsluitende Partijen zullen de verzending, de circulatie en de verspreiding van boeken, tijdschriften, letterkundige, wetenschappelijke en technische publicaties bevorderen. Zij zullen binnen de geldende beschikkingen, langs officiële weg, de uitwisseling van bibliografische inlichtingen evenals van kopijen van documenten en van muziekpartituren onder hun bibliotheken vergemakkelijken. De Verdragsluitende Partijen zullen zich eveneens beijveren om de vertaling aan te moedigen van boeken die kunnen bijdragen tot de grondige kennis van het cultureel leven van het andere land.
|
Artikel XI
- Die Vertragsparteien werden beiderseits bemüht sein, im Rahmen ihrer geltenden gesetzlichen Bestimmungen das Studium und die Kenntnis der Kulturgüter des anderen Landes in den Schulen und Universitäten zu fördern. Sie werden dafür Sorge tragen, daß die Geschichte und die Lebensformen des anderen Volkes in allen Zweigen des Unterrichts mit größter Sachlichkeit dargestellt werden.
|
Article XI
- Les Parties Contractantes s’efforceront, de part et d’autre, de promouvoir dans le cadre des dispositions légales en vigueur chez elles, l’étude et la connaissance des patrimoines culturels respectifs dans les écoles et les universités. Elles veilleront à ce que dans toutes les branches de l’enseignement, l’histoire et le mode de vie de l’autre peuple soient exposés avec la plus grande objectivité.
|
Artikel XI
- De Verdragsluitende Partijen zullen zich wederzijds ervoor inspannen om de studie en de kennis van hun wederzijdse cultuurgoederen in de scholen en de universiteiten binnen de bij hen geldende wettelijke beschikkingen, te bevorderen. Zij zullen erover waken dat in al de onderwijstakken, de geschiedenis en de levenswijze van het andere volk met de grootste objectiviteit zullen worden uiteengezet.
|
Artikel XII
- Die Vertragsparteien werden bemüht sein, sich wechselseitig im Rahmen ihrer Gesetzgebung die Lösung der Schwierigkeiten finanzieller und zollrechtlicher Art, die sich aus der Anwendung dieses Vertrages ergeben, zu erleichtern.
|
Article XII
- Les Parties Contractantes s’efforceront de se faciliter mutuellement, dans le cadre de leurs dispositions légales, la solution des difficultés d’ordre financier et douanier qui résulteraient de l’application du présent accord.
|
Artikel XII
- De Verdragsluitende Partijen zullen zich ervoor inspannen elkaar, in het kader van hun wettelijke bepalingen, de oplossing van de moeilijkheden op financie- en douanegebied te vergemakkelijken die uit de toepassing van dit akkoord zouden voortvloeien.
|
Artikel XIII
- Zur Herbeiführung regelmäßiger gemeinsamer Beratungen wird ein aus zehn Mitgliedern bestehender Ständiger Gemischter Ausschuß gebildet, dessen Aufgabe es ist, alle Fragen zu lösen, die sich aus der Durchführung dieses Abkommens ergeben.
|
Article XIII
- En vue d’assurer des consultations communes régulières, il sera constitué, une Commission Mixte Permanente composée de dix membres, dont la mission sera de résoudre toutes les questions qui résulteront de l’application du présent accord.
|
Artikel XIII
- Opdat regelmatige gemeenschappelijke raadplegingen zouden plaats hebben, zal een Gemengde Permanente Commissie opgericht worden. Deze zal samengesteld zijn uit tien leden die ermede belast worden alle vraagstukken die uit de toepassing van dit akkoord zullen voortvloeien, op te lossen.
|
- Die je fünf Mitglieder des Ausschusses, die keine Regierungsbeamte zu sein brauchen, werden für die Bundesrepublik Deutschland vom Bundesminister des Auswärtigen im Benehmen mit den beteiligten Bundesministern und den Kultusministern der Länder in der Bundesrepublik, für das Königreich Belgien von dem Unterrichtsminister im Benehmen mit dem Außenminister ernannt. Der Ausschuß kann Sachverständige hinzuziehen und für technische Fragen, die eine eingehende Prüfung erfordern, Unterausschüsse einsetzen. [74]
|
- Les cinq membres de la Commission (qui ne seront pas nécessairement des fonctionnaires d’Etat) désignés pour la République Fédérale d’Allemagne, seront nommés par le Ministère Fédéral des Affaires Etrangères, en accord avec les Ministres fédéraux intéressés et les Ministres de l’Instruction Publique des Länder de la République Fédérale. Les cinq membres désignés pour le Royaume de Belgique seront nommés par le Ministre de l’Instruction Publique en accord avec le Ministre des Affaires Etrangères. La Commission pourra faire appel à des experts et, pour des questions techniques qui exigent un examen approfondi, créer des sous-comités.
|
- De vijf leden van de Commissie (die niet noodzakelijk Rijksambtenaren zullen zijn) aangeduid voor de Bondsrepubliek Duitsland, zullen door de Bondsminister van Buitenlandse Zaken benoemd worden, in overleg met de betrokken Federale Ministers en de Ministers van Openbaar Onderwijs van de Länder van de Bondsrepubliek. De vijf leden, aangeduid voor het Koninkrijk België, zullen benoemd worden door de Minister van Openbaar Onderwijs, in overleg met de Minister van Buitenlandse Zaken. De Commissie zal een beroep kunnen doen op experten en, voor technische aangelegenheden die een grondig onderzoek vereisen, subcomités kunnen oprichten.
|
- Der Ständige Gemischte Ausschuß tritt nach Bedarf, mindestens einmal jährlich, abwechselnd in der Bundesrepublik Deutschland und in Belgien zusammen. Den Vorsitz führt ein Mitglied des Ausschusses des Landes, in dem der Ausschuß tagt.
|
- La Commission Mixte Permanente se réunira chaque fois qu’il sera nécessaire et au moins une fois par an, alternativement dans la République Fédérale d’Allemagne et en Belgique. La présidence sera assurée par un membre du Comité du pays dans lequel la Commission se réunit.
|
- De Gemengde Permanente Commissie zal vergaderen telkens wanneer het noodzakelijk zal zijn en tenminste éénmaal per jaar, afwisselend in de Bondsrepubliek Duitsland en in België. Het voorzitterschap zal worden waargenomen door een lid van het Comité van het land waar de Commissie vergadert.
|
Artikel XIV
- In diesem Abkommen bedeutet „Land“ auf deutscher Seite die Bundesrepublik Deutschland, auf belgischer Seite das Königreich Belgien.
|
Article XIV
- Dans le présent accord, les expressions „territoire“ et „pays“ signifient, du côté allemand, la République Fédérale d’Allemagne, du côté belge, le Royaume de Belgique.
|
Artikel XIV
- In dit akkoord betekenen de uitdrukkingen „grondgebied“ en „land“, van Duitse zijde, de Bondsrepubliek Duitsland, van Belgische zijde, het Koninkrijk België.
|
Artikel XV
- Das Abkommen gilt auch für das Land Berlin, sofern nicht die Regierung der Bundesrepublik Deutschland gegenüber der Regierung des Königreichs Belgien innerhalb von drei Monaten nach Inkrafttreten des Abkommens eine gegenteilige Erklärung abgibt.
|
Article XV
- L’accord s’appliquera également au territoire de Berlin, pour autant que le Gouvernement de la République Fédérale d’Allemagne n’adresse pas au Gouvernement du Royaume de Belgique une déclaration contraire endéans trois mois à partir de la mise en vigueur de l’accord.
|
Artikel XV
- Het akkoord zal ook van toepassing zijn voor het grondgebied van Berlijn, voor zover de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland aan de Regering van het Koninkrijk België geen tegengestelde verklaring richt, binnen de drie maand vanaf de inwerkingtreding van het akkoord.
|
Artikel XVI
- Dieses Abkommen ist zu ratifizieren. Es tritt einen Monat nach Austausch der Ratifikationsurkunden, der in Bonn stattfinden soll, in Kraft.
|
Article XVI
- Le présent accord sera ratifié. Il entrera en vigueur un mois après l’échange des instruments de ratification qui aura lieu à Bonn.
|
Artikel XVI
- Dit akkoord zal bekrachtigt worden. Het zal in werking treden één maand na de uitwisseling van de bekrachtigingsoorkonden die te Bonn zal plaats hebben.
|
Artikel XVII
- Dieses Abkommen bleibt für die Zeit von fünf Jahren in Kraft. Es wird jeweils um fünf Jahre verlängert, sofern nicht eine der Vertragsparteien das Abkommen spätestens sechs Monate vor Ablauf dieser Periode kündigt.
|
Article XVII
- Le présent accord restera en vigueur pour une période de cinq ans. Il sera prolongé de cinq en cinq ans pour autant qu’une des Parties Contractantes ne le dénonce pas au plus tard 6 mois avant l’expiration de chaque période.
|
Artikel XVII
- Dit akkoord zal van kracht blijven gedurende een periode van vijf jaar. Het zal telkens van vijf tot vijf jaar verlengd worden zolang een van beide Verdragsluitende Partijen het niet opzegt ten laatste zes maand voor het verstrijken van elke periode.
|
| ZU URKUND DESSEN haben die Bevollmächtigten dieses Abkommen unterzeichnet.
|
EN FOI DE QUOI les Plénipotentiaires ont signé le présent accord.
|
TER OORKONDE WAARVAN de Gevolmaditigten dit akkoord ondertekend hebben.
|
| GESCHEHEN zu Brüssel am 24. September 1956 in zwei Urschriften, jede in deutscher, französischer und niederländischer Sprache, wobei jeder Wortlaut gleichermaßen verbindlich ist.
|
FAIT à Bruxelles, le 24 septembre 1956, en double exemplaire, en langues allemande, française et néerlandaise, chaque texte faisant également foi.
|
GEDAAN te Brussel, op 24 september 1956, in duplo, in de Duitse, de Franse en de Nederlandse taal, welke teksten alle gelijkelijk rechtsgeldig zijn.
|
Für die
Bundesrepublik Deutschland
gezeichnet:
|
Pour la
République Fédérale d’Allemagne
signé:
|
Voor de
Bondsrepubliek Duitsland
ondertekend:
|
| von Brentano
|
Für das
Königreich Belgien
gezeichnet:
|
Pour le
Royaume de Belgique
signé:
|
Voor het
Koninkrijk België
ondertekend:
|
| P.H. Spaak
|
