Vertrag zwischen dem Deutschen Reiche und den Niederlanden über die gegenseitige Anerkennung der Aktiengesellschaften und anderer Gesellschaften

(Nr. 3426.) Vertrag zwischen dem Deutschen Reiche und den Niederlanden über die gegenseitige Anerkennung der Aktiengesellschaften und anderer kommerzieller, industrieller oder finanzieller Gesellschaften. Vom 11. Februar 1907.	(Nr. 3426.) Verdrag tusschen het Duitsche Rijk en Nederland over de wederzijdsche erkenning van naamlooze vennootschappen en andere handels-, nijverheids- of financiëele vennootschappen, van den 11den Februari 1907.
Seine Majestät der Deutsche Kaiser, König von Preußen, im Namen des Deutschen Reichs, einerseits, und Ihre Majestät die Königin der Niederlande, andererseits, von dem Wunsche geleitet, die gegenseitige Anerkennung der Aktiengesellschaften und anderer kommerzieller, industrieller oder finanzieller Gesellschaften zu regeln, sind übereingekommen, zu diesem Zwecke einen Vertrag abzuschließen, und haben zu Ihren Bevollmächtigten ernannt:	Zijne Majesteit de Duitsche Keizer, Koning van Pruisen, in naam van het Duitsche Rijk, ter eene zijde en Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden ter andere zijde, bezield met den wensch, om de wederzijdsche erkenning van naamlooze vennootschappen en andere handels-, nijverheids- of financiëele vennootschappen te regelen, zijn overeengekomen te dien einde een verdrag te sluiten en hebben tot Hunne gevolmachtigden benoemt:
Seine Majestät der Deutsche Kaiser, König von Preußen:	Zijne Majesteit de Duitsche Keizer, Koning van Pruisen:
Allerhöchstihren Wirklichen Geheimen Rat, Staatssekretär des Auswärtigen Amtes von Tschirschky und Bögendorff,	Hoogstdeszelfs Werkelijken Geheimen Raad en Staatssecretaris van het Ministerie van Buitenlandsche Zaken, den Heer von Tschirschky und Bögendorff,
Ihre Majestät die Königin der Niederlande:	Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden:
Allerhöchstihren außerordentlichen Gesandten und bevollmächtigten Minister bei Seiner Majestät dem Deutschen Kaiser, König von Preußen, Baron W. A. F. Gevers,	Hoogstderzelver Buitengewoon Gezant en Gevolmachtigd Minister bij Zijne Majesteit den Duitschen Keizer, Koning van Pruisen, den Heer W. A. F. Baron Gevers,
welche, nach gegenseitiger Mitteilung ihrer in guter und gehöriger Form befundenen Vollmachten, über folgende Artikel übereingekommen sind:	die, na elkander hunne in goeden en behoorlijken vorm bevonden volmachten te hebben medegedeeld, zijn overeengekomen nopens de volgende artikelen:
Artikel 1. Aktiengesellschaften und andere kommerzielle, industrielle oder finanzielle Gesellschaften mit Einschluß der Versicherungsgesellschaften, die in dem Gebiete des einen vertragschließenden Teiles ihren Sitz haben und nach dessen Gesetzen zu Recht bestehen, werden auch in dem Gebiete des anderen Teiles als gesetzlich bestehend anerkannt.	Artikel 1. Naamlooze vennootschappen en andere handels-, nijverheids- oi financiëele vennootschappen met inbegrip der verzekeringsmaatschappijen, die op het grondgebied van den eenen verdragstaat haren zetel hebben en overeenkomstig het recht van dien Staat rechtens bestaan, worden ook op het grondgebied van den anderen verdragstaat als wettig bestaande erkend.
Artikel 2. Die im Artikel 1 bezeichneten Gesellschaften des einen vertragschließenden Teiles werden nach dessen Gesetzen in dem Gebiete des anderen Teiles auch in Ansehung der Geschäftsfähigkeit und des Rechtes, vor Gericht aufzutreten, beurteilt.	Artikel 2. De in artikel 1 bedoelde vennootschappen van den eenen verdragstaat worden door de wetten van dien Staat beheerscht op het grondgebied van den anderen Staat ook wat betreft hare handelingsbevoegdheid (Geschäftsfähigkeit) en de bevoegdheid in rechten op te treden.
Ihre Zulassung zum Gewerbe- oder Geschäftsbetriebe sowie zum Erwerbe von Grundstücken und sonstigem Vermögen in dem Gebiete des anderen Teiles bestimmt sich nach den dort geltenden Vorschriften. Doch sollen die Gesellschaften in diesem Gebiete jedenfalls dieselben Rechte genießen, welche den gleichartigen Gesellschaften eines dritten Landes zustehen.	Hare toelating tot de uitoefening van eenig bedrijf of van eenige zaak, alsook de bevoegdheid om onroerende goederen en ander vermogen op het gebied van den anderen verdragstaat te verkrijgen wordt beheerscht door de daar geldende voorschriften. Intusschen genieten de vennootschappen aldaar in ieder geval dezelfde rechten, die de soortgelijke vennootschappen van eenen derden Staat aldaar genieten.
Artikel 3. Dieser Vertrag findet auch Anwendung auf die Schutzgebiete des Deutschen Reichs und auf die Kolonien der Niederlande sowie auf die Konsulargerichtsbezirke der beiden vertragschließenden Teile.	Artikel 3. Dit verdrag is ook toepasselijk op het onder Duitsche bescherming staand gebied en op de Nederlandsche Koloniën, alsook op de Consulaire rechterlijke ressorten der beide verdragstaten.
Artikel 4. Dieser Vertrag soll ratifiziert und die Ratifikationsurkunden sollen sobald als möglich ausgetauscht werden.	Artikel 4. Dit verdrag zal worden bekrachtigd en de bekrachtigingsoorkonden zullen zoodra mogelijk uitgewisseld worden.
Der Vertrag tritt in Kraft am dreißigsten Tage nach Austausch der Ratifikationsurkunden und bleibt bis zum Ablauf eines Jahres von dem Tage an in Geltung, an welchem er von einem der beiden Teile gekündigt wird.	Het verdrag treedt in werking op den dertigsten dag na de uitwisseling der bekrachtigingsoorkonden en blijft van kracht tot het einde van het jaar, te rekenen van den dag, waarop het door een der beide verdragstaten opgezegd wordt.
Zu Urkund dessen haben die beiderseitigen Bevollmächtigten diesen Vertrag unterzeichnet und mit ihren Siegeln versehen.	Ten blijke waarvan de wederzijdsche gevolmachtigden dit verdrag hebben geteekend en van hunne zegels voorzien.
Ausgefertigt in doppelter Urschrift in Berlin, den 11. Februar 1907.	Gedaan in dubbel te Berlijn, den 11den Februari 1907.
(L. S.) von Tschirschky. (L. S.) Gevers.	(L. S.) von Tschirschky. (L. S.) Gevers.